Wed 50 euro gratis op de WK 2014 wedstrijden

WK geschiedenis


WK 2006: Italië
Het verassend sterk acterende thuisland gaf nog enige kleur aan een tegenvallend WK. In de halve finale moesten de Duitsers echter buigen voor Italië, dat zonder echt te imponeren beslag wist te leggen op een vierde wereldtitel. In de finale tegen Frankrijk moesten strafschoppen de beslissing brengen.

WK 2002: Brazilië
Een sterrenteam met spelers als Ronaldo, Rivaldo, Ronaldinho en Roberto Carlos won alle wedstrijden op weg naar de finale en liet het opvallend ver gekomen Duitsland daarin zonder al te veel problemen met 2-0 kansloos. Waarmee het vijfde Braziliaanse wereldkampioenschap een feit was.

WK 1998: Frankrijk
Brazilië leek op weg naar de titel na een zwaarbevochten overwinning op Nederland. Sterspeler Ronaldo, overmand door faalangst, kreeg vlak voor de finale echter een epileptische aanval. De aangeslagen Brazilianen werden in de wedstrijd die volgde opzij gezet door een ontketend Frankrijk.

WK 1994: Brazilië
Brazilië won het WK voor de vierde keer, maar de Samba werd alleen op de tribunes gedanst. Op het veld overheerste een on-Braziliaans behoudende tactiek. Italië en Brazilië presteerden het onmogelijke door met een oersaaie 0-0 een finale te produceren die nog slechter was dan die van 1990.

WK 1990: West-Duitsland
De finale van het WK ’90 was een slap aftreksel van die van vier jaar eerder. Maradona was geen schim meer van de speler die hij destijds was geweest en ook de Duitsers waren bepaald geen wonderteam. Dat de enige goal vlak voor tijd uit een penalty viel was tekenend voor het onthutsende niveau.

WK 1986: Argentinië
Diego Maradona bevestigde zijn status als beste speler van zijn generatie. Zijn doelpunt tegen Engeland geldt als één van de beste WK-doelpunten aller tijden. De finale werd een thriller waarin West-Duitsland zich na een 2-0 achterstand dapper terugknokte tot 2-2, maar uiteindelijk toch moest buigen.

WK 1982: Italië
Het Brazilië van Zico, Socrates, Falcao en Junior trakteerde de wereld op een demonstratie van swingend samba-voetbal, maar ging ten onder toen Paolo Rossi in een beslissend treffen een hattrick produceerde. Italië zou de titel uiteindelijk winnen door in de finale West-Duitsland met 3-1 te verslaan.

WK 1978: Argentinië
Voor de tweede keer op rij bracht Nederland, ditmaal gecoacht door Ernst Happel, het tot de finale van het WK Voetbal. Het team mistte echter de magie van het elftal van ’74. Thuisland Argentinië, ook geen wonderteam, trok in de finale aan het langste eind door in de verlenging twee keer te scoren.

WK 1974: West-Duitsland
Een gouden generatie van Nederlandse spelers veraste de wereld met een flitsende demonstratie van aanvallend voetbal, met als hoogtepunten de klinkende overwinningen op Brazilië en Argentinië. Oranje leek op weg naar de wereldtitel, maar in de finale gooide thuisland West-Duitsland roet in het eten.

WK 1970: Brazilië
Voor de derde keer in vier toernooien legde Brazilië beslag op de wereldtitel. Dat dankte het land aan een team met spelers als Pelé, Carlos Alberto, Jairzinho, Tostao en Rivelino. Een team dat door velen wordt gezien als het beste elftal aller tijden. In de finale werd Italië met 4-1 verslagen.

WK 1966: Engeland
Eusébio schitterde nadrukkelijk met zijn negen doelpunten, maar de titel leverde dat Portugal niet op. Die ging naar thuisland Engeland. In de finale wisten de Engelsen pas in de verlenging af te rekenen met West-Duitsland, met dank aan de meest bediscussieerde goal uit de WK-geschiedenis.

WK 1962: Brazilië
Het toernooi werd gekenmerkt door hard en negatief spel, met als voornaamste slachtoffer Pelé, die al vroeg moest uitvallen met een zware blessure. In zijn afwezigheid groeiden Vava en Garrincha uit tot de grote sterren van een Brazilië dat de finale met 3-1 wist te winnen van een stug Tsjechoslowakije.

WK 1958: Brazilië
De dertien goals in één toernooi van Just Fontaine vormen een record dat wellicht nooit gebroken zal worden, maar de titel leverde het de Fransen niet op. In de halve finale werden ze uitgeschakeld door Brazilië, waarbij de jonge Pelé een hattrick scoorde. In de finale moest ook thuisland Zweden buigen.

WK 1954: West-Duitsland
Hongarije was de grote favoriet en leek ondanks een vroeg in het toernooi opgelopen blessure voor sterspeler Puskas op weg naar de titel. In de finale verloren de Hongaren echter van een West-Duits team dat ze eerder in het toernooi met 8-3 hadden vernederd. Het ‘Wonder van Bern’ was een feit.

WK 1950: Uruguay
Engeland waande zich favoriet, maar de Engelse profs kwamen niet verder dan de eerste ronde en verloren zelfs van de Verenigde Staten. Een veel grotere shock, voor het Braziliaanse thuispubliek, was dat Uruguay in de beslissende wedstrijd van het toernooi Brazilië versloeg en beslag legde op de titel.

WK 1938: Italië
Ditmaal viel er weinig in te brengen tegen de zege van de mannen van Vittorio Pozzo. Nadat in de eerste ronde Noorwegen met de nodige moeite werd uitgeschakeld, moesten ook Frankrijk, Brazilië en Hongarije buigen. Nederland en België sneuvelden beiden in de eerste ronde.

WK 1934: Italië
Italië behaalde een titel met een bittere nasmaak. Met name in de kwartfinale tegen Spanje en de halve finale tegen Oostenrijk werd het thuisland op uiterst twijfelachtige wijze door de arbitrage bevoordeeld. Daarnaast gebruikten de Italianen een aantal niet speelgerechtigde Zuid-Amerikanen.

WK 1930: Uruguay
Dertien landen namen deel aan het eerste WK-voetbal, dat werd gehouden in Uruguay. Slechts vier Europese landen toonden zich bereid om de lange bootreis naar Zuid-Amerika te ondernemen. België was één van die landen, maar kon geen potten breken. De titel werd een prooi voor het thuisland.

Bron: VoetbalHistorie.net